De voedselchallenge (minstens 100 verse producten in een maand eten) ben ik ooit eens aangegaan omdat ik variatie in mijn dagelijkse maaltijden wilde aanbrengen. Ik wilde weten hoever je kunt gaan. De focus lag in eerste instantie op het ontbijt want bij de lunch voelde ik geen ruimte om af te stappen van mijn twee dagelijkse boterhammen met kaas (die zijn makkelijker mee te nemen naar het werk dan een salade dacht ik). En bij het avondeten gebruikte ik al veel verschillende groenten en was het eigenlijk makkelijk om daar nog meer variatie in aan te brengen. De challenge is de start gebleken van een langdurige verandering in eetgewoonten waar ik nog elke dag blij om ben omdat ik me er lekker fit en energiek bij voel (en nog afviel ook!).
Dat energieke gevoel heeft te maken met het feit dat ik veel voedingsstoffen binnenkrijg en dus niet veel (of misschien wel niets!) te kort kom. Daarnaast heeft het te maken met het gebruik van enkel verse producten – producten zonder toevoegingen. Die toevoegingen zijn niet altijd goed voor ons. Neem bijvoorbeeld E621, een veelgebruikte smaakversterker. Datzelfde stofje, ook wel bekend onder de namen monosodiumglutamaat, MSG, vetsin, mononatriumglutamaat en gistextract, zorgt er echter ook voor dat je normale verzadigingsgevoel vermindert: je gaat meer eten van producten waar E621 aan toegevoegd is. Eet je meer koolhydraten, krijg je meer schommelingen in je bloedsuikerwaarden en dat leidt tot een vermoeid gevoel.
Het kan lastig zijn om af te stappen van je eetpatroon. Elke dag beginnen met boterhammen met kaas of een schaaltje met yoghurt en muesli geeft houvast en vraagt niet om creativiteit vroeg in de ochtend. Richard de Leth geeft in zijn boek ‘persoonlijk leefstijlplan’ de tip om drie ontbijten te kiezen en die af te wisselen. Mijn suggestie is om drie ontbijten van verse producten te kiezen. Bijvoorbeeld: de ene dag een kom met volle yoghurt en één (groot) stuk fruit en een handje ongezoute noten, de volgende dag een groenteomelet en de derde dag een groente-fruit-noten smoothie. De vierde dag weer yoghurt. Deze afwisseling geeft een ruimer aanbod aan voedingsstoffen dan elke dag hetzelfde ontbijt en geeft bovendien de garantie dat je geen ongewenste toevoegingen binnen krijgt.
Je kunt nog een stap verder gaan door kleine variaties in de drie ontbijten aan te brengen: je kunt voor het yoghurtontbijt de ene keer voor yoghurt met een sinaasappel en amandelen kiezen en de andere keer voor (volle) kwark met 3 (eventueel gedroogde) pruimen en hazelnoten. Voor de ei-variant kun je de ene dag roerei met spinazie maken en de andere dag een omelet met paprika en champignons. De smoothie kent natuurlijk een eindeloze variatie: neem één stuk fruit, één soort groente en voeg één soort noten of kokos en dan heb je elke keer een net wat ander ontbijt!
Inmiddels heb ik ook de lunch aangepakt. Een bakje met een lekkere salade is eigenlijk net zo gemakkelijk mee te nemen als een doosje met boterhammen. Ook dat is gewoonte geworden en zo werk(te) ik stap voor stap toe naar een voedingspatroon op basis van verse producten en voel ik me fit.